Selecteer een pagina
Weer veilig thuis

Weer veilig thuis

[:nl]De tijd op mijn GSM staat nog 6 uur later, net als de tijd in mijn lijf. Het is raar om weer terug te zijn. Tijdens een snelle stop in de winkel moet ik mezelf eraan herinneren rechts te lopen, net als in de auto weer rechts te rijden. Raar hoe snel je aan de linkerkant gewend raakt. De koffers zijn uitgepakt en de eerste wasjes zijn al gedraaid als ik de foto’s van de laatste 24 uur bekijk. Het was weer een hel van een vlucht.

Na een laatste stop bij de dokter voor de twee-wekelijkse injectie gaan we dan toch maar naar het vliegveld. Op Perth airport moesten we dan toch uiteindelijk afscheid nemen van Oom wat altijd moeilijk maar onvermijdelijk is. Terwijl hij weer alleen terug naar huis gaat, gaan wij richting douane. Blijkbaar heb ik een onbetrouwbaar gezicht. De schoenen en de jas moeten weer uit. M’n ondergoed mocht ik gelukkig nog wel aanhouden maar bij de bodyscan voel je je wel behoorlijk bekeken. Mijn handbagage werd drie keer gescand. Samen met een andere man word ik apart genomen. Daar sta je dan blootvoets te keuvelen over je bagage. Achteraf gezien misschien niet zo’n slimme zet omdat die meneer een nogal Arabische tongval had. De rugzak die ik bij me had werd leeg gehaald op zoek naar explosieven wat uiteindelijk gewoon lenzenvloeistof bleek te zijn. ‘I told ya so!’ dacht ik bij mezelf. De man mag doorlopen terwijl ik nog een keer door de bodyscan word gestuurd. Nog steeds niet goed gekeurd maar ondertussen wel weer met schoenen aan word ik door een narrig mannetje aan de kant geroepen en scant ie mijn hele lijf met iets wat lijkt op een selfiestick. Blijkbaar was dat een explosievendetector. Hij reageert boos als ik er wat lacherig over doe. Sorry meneer, ik snapte niet wat er moest gebeuren.  Zoonlief staat er op z’n gemak naast te wachten. Hij ziet er blijkbaar betrouwbaar uit. Ik had hem toch ook die bomgordel om kunnen doen en aan Allah kunnen offeren? Uiteindelijk mag ik dan toch doorlopen en niet veel later zitten we in ons vliegtuig. Op zoek naar onze stoelen lijkt het altijd een beetje de walk of shame. Je begint bij de duurste stoelen maar hoe verder je naar achter loopt, hoe goedkoper het wordt. Wij zaten net niet in het vrachtruim. Wow wat een geluk! Weer drie stoelen tot onze beschikking.

Binnen een paar uur stonden we op Singapore Airport. Xavier en ik hadden een strategie. Omdat we maar een uur hadden om over te stappen, zouden we zodra de gordellichten uit gaan onze rugzakken grijpen en door het gangpad naar voren rennen zodat we als eerste buiten zouden staan. Het lukte ons tot aan de businessclass te komen maar daar begon de opstopping. Toch stonden we vrij snel buiten en voelden we een warme vochtige windvlaag langs waaien. Uiteindelijk bleken we genoeg tijd te hebben om nog een fotootje bij Tiffany’s te maken. Mooie sieraden maar beetje boven budget dus we doen het maar met de foto.

Bij het inchecken voor de volgende vlucht was het wéér raak. Terwijl Xavier vrolijk door elke beveiliging heen wandelde, werd ik overal tegen gehouden en uitgekleed. Mijn tas werd weer binnenste buiten gekeerd en ook mijn bagage werd weer drie keer gescand. Ik weet het, het is voor mijn eigen veiligheid maar het begon me toen wel een beetje te irriteren. Uiteindelijk kreeg ik weer het stempel veilig op m’n kont geplakt en mochten we aan boord. Kak! Deze keer zat er al een behoorlijk gezette dame in ons rijtje. Kak! Poep! Shit! Twaalf uur lang klem zitten. Ik wil niet meer! Ik ga terug! Enigszins chagrijnig nam ik maar plaats op mijn plek. M’n rugzak probeerde ik maar onder m’n stoel te schuiven want opstaan ging al niet meer omdat madame bleef zitten. Aan de andere kant van het gangpad zat blijkbaar haar grote liefde want ze hielden steeds elkaars hand vast. Weet je, ik heb een geniaal idee. Ga naast elkaar zitten vozen! Maar nee helaas. De verliefdheid spatte er af. ‘Fijne reis, liefje.’ zeiden ze tegen elkaar. Mijn gezicht sprak boekdelen.

‘Kijk mam, er komt allemaal rook uit die roosters!’ roept Xavier ineens. We kijken alle vier omhoog. Madame naast me begint wat angstig te kijken. Ik probeer haar gerust te stellen: ‘ach als het een terroristische aanslag is, staan we in ieder geval nog veilig aan de grond. Beter hier dan op tien km hoogte.’ Ze trekt wit weg en kijkt angstig naar haar man die een stewardess roept. ‘Miss, may we sit in the front because we don’t want to get ill from the airco.’ Hmm, ja, ja de airco he. Het was geen probleem. Meneer en mevrouw werden direct naar twee andere stoelen geleid en wij maakten een vreugdesprongetje omdat we goddank ruimte hadden. Deze keer werkte mijn terroristische uiterlijk in mijn voordeel. De twaalf uur durende vlucht duurde alsnog een eeuwigheid. Het eerste stuk probeer je je er op in te stellen dat het gaat lukken, het middelste stuk is gewoon pure hel en beloof je jezelf nooit meer een stap in een vliegtuig te zetten en dan de laatste twee uur is het eindpunt in zicht en weet je dat je het gaat redden. Het land in komen was geen probleem. Nog even de koffers van de band plukken en aan de andere kant van het raam stond dochterlief ons al op te wachten. Op dat moment wilden we allebei maar één ding: naar huis!

All You Need Is Love laat het altijd op een leuke manier zien wanneer familie geëmigreerd is maar eigenlijk is het best wel kak. Je staat met één been in het ene land en met het andere been in het andere land. Ben je bij de één, mis je de ander en omgekeerd. Ondanks de regen die voor het eerst in 43 jaar zo hevig was in Australië hebben we toch een geweldige tijd gehad met Oom. We hebben walvissen, kangoeroes en koala’s gezien, in bomen geklauterd en banden verwisseld. Het afscheid kwam weer veel te snel maar we komen zeker heel snel weer terug, al moet ik eerst weer even die vreselijke vliegreis vergeten.

 [:]

Laatste dag; Kingspark Perth

Laatste dag; Kingspark Perth

[:nl]Drie weken lijkt een lange tijd maar ze zijn voorbij gevlogen. Hoewel Xavier eigenlijk niet langer dan twee wilde gaan, vroeg hij of het niet mogelijk was om toch nog langer te blijven. Helaas. En dan breekt toch die gevreesde laatste dag aan. Het zonnetje speelde vrolijk in de blauwe lucht maar kon de bedrukte stemming in huis niet veranderen. Gelukkig hadden we nog 1 uitje op het programma staan; de skyline van Perth zien vanuit Kingspark. Aangezien we alledrie geen stadsmensen zijn, was Perth van een afstandje bekijken een prima compromis om te kunnen zeggen dat we er geweest zijn.

Zo reden we dus wild enthousiast rond 12 uur al richting Kingspark om vervolgens mega in de file te duiken. Again, feels like home. Het uitzicht op Perth viel bij Xavier toch wat tegen na dat uur rijden. Het is ook een beetje een anti-climax als je al dat moois al heb gezien van Australie om vervolgens weer terug te komen in de herkenbare herrie en de drukte van een stad. Ik geef hem daarin helemaal gelijk. Ik loop ook liever een uur door een national park naar een teleurstellende doorloopboom of een verstopte blowhole met enkel wat vogel gekwetter dan het geraas van auto’s en vrachtauto’s. De natuur in Kingspark was jammer genoeg ook nog niet echt ontwaakt uit hun winterslaap. Het hele park door wandelen was ook geen optie dus we besloten bij het eettentje wat te gaan drinken. Maar niet voordat ik mijn wens bij de wensput had gedaan. Je weet maar nooit welke fee er net op het randje van de wensput zit die mijn wensen wel uit wilde laten komen. Naast het eettentje zag ik in mijn ooghoek een boekenwinkeltje. Ik slurpte mijn thee naar binnen en liet de mannen aan hun lot over om in het boekenwinkeltje tussen alle kinderboeken te snuffelen. Kinderboeken, ik ben er gek op maar met twee pubers in huis heb ik geen rechtvaardig excuus meer om nog een kinderboek te kopen dus ik liet ze voor wat ze waren en neusde nog even bij de sieraden. Mooi maar beetje boven budget.

De mannen zaten nog steeds op dezelfde plek te keuvelen, over de zin van het leven, daar waar ik ze had achtergelaten. Het zat er op. Dit was het laatste vinkje op het lijstje. Later die middag hebben we onze spullen bij elkaar gezocht en de koffer gepakt. Xavier en ik wisselden zonder wat te zeggen herkenbare blikken dat de koffer inpakken deze keer helemaal niet zo leuk meer was. Morgen nog 1 keer naar de dokter voor een injectie om daarna aan onze vreselijke lange reis terug te beginnen en Oom weer achter te laten in een leeg huis tot we weer genoeg bij elkaar gespaard hebben voor een volgende invasie.

[:]

Geordende chaos

Geordende chaos

[:nl]Hoe kan het ook anders dat we ook deze ochtend wakker werden met showers, vrij vertaald in het Nederlands: noodweer! Het idee om naar Cape de Leeuwin te rijden gleed samen met het regenwater in het afvoerputje. Zwijgzaam pakten we onze spullen in, gooiden de zooi in de auto en begonnen maar weer aan de lange reis terug. Het was koud, het regende maar we zouden nog wel naar de grotten kunnen, mijmerde ik bijmezelf. We waren al een tijdje onderweg toen ik die snuggere opmerking maakte. Oom gooide met piepende banden, want die waren toch nieuw, het stuur om en reden we alsnog naar de Jewelgrot door een enorme hoosbui heen waardoor we zowat van de weg spoelde. Wonder boven wonder begon de lucht ineens open te breken en zagen we een randje blauwe lucht. Tegen de tijd dat we bij de Jewelgrot waren, was het schitterend weer. Okay dat is misschien wat overdreven maar het was in ieder geval droog en we zagen iets van zon.

Terwijl Oom bovengronds bleef, daalden wij, samen met Tourguide Josh, af in de duistere onderwereld van Australië. De groep Koreanen, inclusief een continue huilende dreumes, probeerden we heel stellig te negeren, wat overigens geen makkelijke opgave was. Luidruchtig en iedereen opzij duwend worstelden ze zich door de cave. Het toppunt van aso-gedrag was wel het aanraken van de stalagtieten terwijl dat ten strengste verboden is.
De grot was nog steeds adembenemend mooi, een sprookjeswereld waar ik best wel wat langer had kunnen zitten. Ook Xavier was onder de indruk alhoewel hij nog steeds met een oog op dat fototoestel bleef letten want op de foto gaan wilde hij nog steeds niet. Ook niet voor later.

Na het bezoek aan de grot was het weer nog steeds zo mooi dat we besloten om toch nog door te rijden naar Augusta waar de twee zeeën elkaar ontmoeten. Als je de route van deze vakantie op de kaart zou natekenen zou er totaal geen logica in hebben gezeten. Een geordende chaos. Bij Cape Leeuwin stormden we zowat weg maar het uitzicht was schitterend. Australië liet zich voor heel even ook in de winter van z’n mooiste kant zien. Na het bezoek aan Cape de Leeuwin werd het tijd om de terugreis in te zetten. Oom reed het eerste stukje en daarna mocht ik weer achter het stuur. Hatsjikidee, gas op de plank en gaan met die banaan. Tegen vier uur waren we weer terug in Byford om te genieten van een tergend traag wifi van wel 0,05 mbps. Zelfs het alcoholpromillage mag hier nog hoger zijn. Toch hebben we ondanks het slechte weer en de chaotische route alles kunnen zien wat we wilden zien. Je krijgt wat je verdiend zeggen ze dan.

[:en]

Hoe kan het ook anders dat we ook deze ochtend wakker werden met showers, vrij vertaald in het Nederlands: noodweer! Het idee om naar Cape de Leeuwin te rijden gleed samen met het regenwater in het afvoerputje. Zwijgzaam pakten we onze spullen in, gooide de zooi in de auto en begonnen maar weer aan de lange reis terug. Het was koud, het regende maar we zouden nog wel naar de grotten kunnen. We waren al een tijdje onderweg toen ik die snuggere opmerking maakte. Oom gooide met piepende banden, want die waren toch niew, het stuur om en reden we alsnog naar de Jewelgrot door een enorme hoosbui heen waardoor we zowat van de weg spoelde. Wonder boven wonder begon de lucht ineens open te breken en zagen we een randje blauwe lucht. Tegen de tijd dat we bij de Jewelgrot waren, was het schitterend weer. Okay dat is misschien wat overdreven maar het was in ieder geval droog en we zagen iets van zon.

Terwijl Oom bovengronds bleef, daalden wij, samen met Tourguide Josh, af in de duistere onderwereld van Australië. De groep Koreanen, inclusief een continue huilende dreumes, probeerden we heel stellig te negeren alhoewel dat erg moeilijk was. Luidruchtig en iedereen opzij duwend worstelden ze zich door de cave. Het toppunt van asogedrag was wel het aanraken van de stalagmieten terwijl dat ten strengste verboden is.
De grot was nog steeds adembenemend mooi, een sprookjeswereld waar ik best wel wat langer had kunnen zitten. Ook Xavier was onder de indruk alhoewel hij nog steeds met een oog op dat fototoestel bleef letten want op de foto gaan wilde hij nog steeds niet. Ook niet voor later.

Na het bezoek aan de grot was het weer nog steeds zo mooi dat we besloten toch nog door te rijden naar Augusta waar de twee zeeën elkaar ontmoeten. Als je onze route van deze vakantie op de kaart zou natekenen zou er totaal geen logica in hebben gezeten. Een geordende chaos. Bij Cape Leeuwin stormden we zowat weg maar het uitzicht was schitterend. Australië liet zich voor heel even ook in de winter van z’n mooiste kant zien. Na het bezoek aan Cape de Leeuwin werd het tijd om de terugreis in te zetten. Oom reed het eerste stukje en daarna mocht ik weer achter het stuur. Hatsjikidee, gas op de plank en gaan met die banaan. Tegen vier uur waren we weer terug in Byford om te genieten van het tergend traag wifi van wel 0,05 bpm. Zelfs het alcoholpromillage mag hier nog hoger zijn. Toch hebben we ondanks het slechte weer en de chaotische route alles kunnen zien wat we wilden zien. Je krijgt wat je verdiend zeggen ze dan.

[:]

[:nl]Gestrand in Dunsborough[:]

[:nl]Gestrand in Dunsborough[:]

[:nl]Na alle commotie van dinsdag begon de woensdag enigszins klagend. Oom had niet geslapen vanwege de herrie (letwel: normale Bleiswijkse straatgeluiden die de hele nacht door gaan). Xavier had niet geslapen vanwege de kou (het was deze nacht net onder het vriespunt) en ik? Ach die ouwe verrotte heup speelde weer op. De enige oplossing daarvoor was een warme douche nemen en gaan bewegen dus besloot ik om een rondje door het dorp te lopen. Na al die bomen is een beetje winkeltjes bekijken ook wel leuk. ‘Zoek gelijk een nieuwe band!’ riep Oom me nog na. OKay dus eerst supermarkt voor wat ontbijtachtige dingen, daarna liep ik door naar een benzinestation om te vragen of zij misschien een garage wisten. Uit haar reactie op te merken was ik zeker niet de eerste die hier om kwam vragen. Ze gaf me een kaartje en een kaart en cirkelde aan waar ik stond en waar ik heen moest. Great! Ik en kaartlezen, ik bedoel, Navigatiesystemen zijn niet voor niets uitgevonden. Voor types zoals ik.

Niet veel later zat ik met de kaart op schoot en Oom achter het stuur op zoek naar Tyres & more. Na ongeveer drie kwartier rondjes rijden waarvan ongeveer 10 minuten op dezelfde rotonde langs de fake-KFC gaf Oom toe ook niet te kunnen kaartlezen. Oh Xavier, waar ben je als we je zo hard nodig hebben. Na wat rechts en links door elkaar halen, omkeren, draaien en opnieuw beginnen vonden we Tyres and More. Vriendelijke Adam stond ons gelijk te woord, had de banden nog op voorraad en kon ze er zelfs binnen een uurtje opzetten. ‘Ga maar even koffie drinken aan het eind van de straat.’ zei hij.
Het hippe koffietentje had iets weg van een strandtentje in New York. Oom bestelde een koffie en een thee en de dame vroeg ala Starbucks zijn naam. Na een ietwat rare blik waarom je je naam moet geven om koffie te kunnen krijgen, deed hij netjes wat er van hem gevraagd werd. ‘Filip?’ vraagt de dame nog een keer. Ja hoor meid, voor jou is het vandaag Filip.

Na een half uurtje slenterden we terug van het hippe koffietentje terug naar Tyres & More. Tegen alle verwachting in was de auto gewoon al klaar. Adam, je bent geweldig! Wat een service en snelheid. Omdat het ondertussen te laat was om naar Augusta te rijden en ik niet de hele dag binnen wilde zitten, besloten we naar cape Naturaliste te rijden waar Xavier en ik samen het Cape to Cape pad afliepen. Alhoewel hij toch wel wat spierpijn had, wist ik hem er van te overtuigen dat lopen juist goed was tegen de spierpijn. Niet geheel overtuigd liep hij toch mee en werd het een gezellige wandeling. Ik snap soms niet hoe zijn hoofd werkt maar hij komt met vragen waar ik nooit antwoord op heb. ‘Overleeft een slang in kokend water?’ Waar komt die vraag vandaan en hoe moet ik dat nou weten? ‘Een kikker wel, alleen als de temperatuur langzaam stijgt.’ Hij stelde die vragen al op jonge leeftijd, het is nooit overgegaan. Tegen de tijd dat hij zes was en mama maar heel weinig antwoorden kon geven zonder Google te gebruiken, kwam hij tot de conclusie: ‘Jij weet niet veel he, mama?’

Op de terugweg kwamen we nog langs Meelup beach waar we ook nog een frisse neus haalden. Het weer begon toen al te betrekken. Het werd koud en later die dag begon het ook weer te regenen. Oom ging terug naar de motelkamer. Xavier en ik deden nog wat boodschapjes bij de supermarkt en namen op de terugweg pizza mee van Domino’s waar het mannetje achter de balie gewoon geen moeite had met mijn naam. Het is een wonder! Hopelijk kunnen we morgen onze reis zonder onderbrekingen voortzetten

[:]

[:nl]Straight to the top[:]

[:nl]Straight to the top[:]

[:nl]Twee jaar geleden moest ik mijn poging naar de top van de 52 meter hoge boom te klimmen, wat ooit een uitkijktoren was om bushfires te spotten, op 2/3 opgeven. Niet vanwege de angst maar vanwege de reuma, mijn armen en benen deden gewoon niets meer dus schuifelde ik voorzichtig naar beneden om vervolgens de dagen daarna ook door te blijven schuifelen. Een week geleden moesten we onze tour door West Australie bruut staken vanwege een naderende storm. We pakten de spullen en reden in een ruk naar huis. Toen we later de beelden op het nieuws zagen, was dat zeker een goed besluit geweest, aangezien het de dagen daarna ook nog eens continue bleef regenen. Maar na regen komt zonneschijn dus na de zondvloed van maandag stonden we dinsdag al vroeg naast ons bedje en vertrokken we om negen uur richting het zuiden.

350 km rijden om in een 52 meter hoge boom te klimmen, wij doen dat gewoon. Na een uurtje rijden gaf Oom het stuur aan mij. Toch wel luxe als iemand anders rijdt. Voor mij begint het steeds makkelijker te worden, alsof ik hier al jaren woon rij ik overal zonder problemen heen. Aangekomen bij het park stopte ik netjes bij het hokje wat aan de linkerkant stond. Oom draait z’n raampje open voor tickets, neemt de tickets aan, geeft ze aan mij, pakt de pook om um in z’n 1 te zetten en door te rijden. Zal ik dat maar doen? Ik zit toch achter het stuur. Aan de bijrijders kant zitten is toch moeilijker dan gedacht.

Zo’n boom lijkt toch altijd groter dan wat je op een foto kunt zien maar wie A zegt moet ook B zeggen dus Xavier ging de boom in. Na de eerste draai vond hij het toch wel hoog worden en kwam wijselijk weer naar beneden. Jammer maar liever veilig op de grond dan ergens halverwege bungelend en er niet meer uit kunnen. Teleurgesteld in zichzelf liep hij terug naar de auto. Van een afstandje keek hij nog een keer om naar de boom. Ik herkende die blik in z’n ogen. Hij was nu zover gekomen, hij moest en zou die boom in. Hij draaide zich om en ging terug om het nog een keer te proberen. En daar ging hij stap voor stap omhoog tot ik hem hoorde roepen. ‘MAM!! HIERBOVEN’ Hij had het gehaald. Hij was aan de top. Na wat foto’s gemaakt te hebben van het uitzicht kwam hij apetrots naar beneden om alsnog in het boek te schrijven dat ie de top had gehaald. Wat was ik trots en hij voelde zich helemaal de man.

Na de overwinning op de boom reden we door naar Beedleup park waar Xavier en ik samen naar de walktroughtree liepen. Een wandeling van 45 minuten door de bush met als eindpunt een ietwat teleurstellend boompje waar je doorheen kon lopen. Het is iets wat je gezien moet hebben. Terwijl we terugliepen langs de kleine beekjes die over het onbegaanbare pad naar beneden stroomden vroeg Xavier zich af hoe beekjes ontstaan. Dit vroeg om een antwoord. Terwijl hij zich hardop afvroeg waar het water vandaan kwam en het begin van zo’n beekje zocht, begon een kikker in de bosjes hem hard uit te lachen, zo klonk het in ieder geval in onze oren. Na deze wandeling waren we allebei wel moe. De volgende stop zou onze slaapplek zijn. Het zou iets meer dan een uurtje rijden zijn, als Oom geen afslag had gemist. Maar doordat we de afslag misten en dus later dan gepland nog op de weg zaten, hopte er ineens net voor onze auto een 180cm grote kangoeroe voor onze auto langs terwijl we met een vaartje van 100 km/h reden. Apart zoals hij erg chill de weg op liep.

BOEM. flap flap flap. Oom en ik kijken elkaar aan. Wat is dat dan? In een split second weten we het allebei. Een lekke band. Precies in een bocht en zonder veilige plek om stil te staan. Terwijl ik als levende gevarendriehoek diende en de auto’s voor de bocht probeerde te waarschuwen vaart te minderen en aan de kant te gaan, probeerden Oom en Xavier de band te wisselen. Pas toen de band er al om zat stopte de eerste aardige man om te kijken of we hulp nodig hadden. De rest reed namelijk gewoon keihard door. Beetje teleurstellend. De band was halfzacht maar we konden in ieder geval het volgende dorp bereiken. Omdat het eerste motel vol zat, moesten we ook nog op zoek naar een andere slaapplek. Na wat navraag bij de Australische fake-KFC vonden we uiteindelijk een motel waar wel plek was. Ondertussen was het al donker geworden en hadden we het alle drie voor vandaag wel gehad. Morgen moeten we eerst een garage zoeken voor het bandenprobleem op te lossen, de rest komt later!

[:]

[:nl]Great escape[:]

[:nl]Great escape[:]

[:nl]De laatste avond in Albany klonk wat zorgwekkend. ‘The most rainy days in July since the last 40 years.‘ zegt de weermevrouw. Zware stormen op komst. Hel, hagel en verdoemenis. Oom besluit dat het beter is om de volgende dag terug naar Byford te rijden and so we did. De zon volgde ons vrolijk en leek ons haast uit te lachen omdat we wegtrokken voor het naderende noodweer. Tot we in Byford aankwamen. Het noodweer barstte los alsof Noach net op tijd klaar was met zijn ark en de wereld kon overstromen, of in ieder geval Australie. Wat een water. De nieuwsberichten logen er ook niet om. Veel omgewaaide bomen en stormschade. Die nacht spookte het behoorlijk om het huis, zo erg dat zelfs Pommetje de Possum er stil van was geworden.

De dag erna zou het nog steeds regenen dus zochten we naar een indoors activiteit. We ontvluchtten de regen en het huis door de Great Escapes Tour te doen in Fremantle Prison. Ik had de gevangenis natuurlijk twee jaar geleden op mijn verjaardag ook al gezien maar deze keer zouden we de Great Escapes tour doen omdat Xavier nog altijd een grote wens heeft om ooit een keer te willen ontsnappen uit een gevangenis. Dit was dus een mooie gelegenheid om aantekeningen te maken.

Op het moment dat we naar binnenstapten waarschuwde ik hem wel: ‘Zoon, dit is de eerste en de laatste keer dat ik je in een gevangenis wil zien.
Xavier zou Xavier niet zijn als hij  geen weerwoord zou hebben. ‘Wat als ik nou iemand wil bezoeken die vast zit? En wat als ik Alcatraz wil bezoeken?‘ Ik kijk. Ik zucht. Ik schud mijn hoofd. Gelukkig onderbrak James, onze tourguide voor die middag, onze kansloze discussie en nam ons mee in de wondere wereld van draaideurgevangenen die het maar niet leken te snappen. Je zou toch denken dat als je zomers in een kooi in de brandende zon, waar het wel 50 graden kon worden en ’s winters in de vrieskou rond het nulpunt wel zou leren om uit de gevangenis zou blijven. Toch lazen we op de rapportkaarten aan de muur van gevangenen dat ze vaker binnen dan buiten stonden.

Catherine Birnie, die ook vast zat en nog steeds op haar 65ste vast zit, was toch wel het ultieme schoolvoorbeeld dat foutje vriendjes je dieper in de ellende kunnen trekken dan je zelf ooit voor elkaar kan krijgen. Dat relativeerde ook weer mijn eigen geschiedenis, het viel dus allemaal wel mee. Catherine had al zeven kinderen toen ze David ontmoette en haar man verliet voor hem. Ze hadden vijf romantische weken van samen meisjes en vrouwen oppikken, onvoorstelbaar martelen en uiteindelijk vermoorden. Dat is toch het ultieme geluk en bewijs van ware liefde voor elkaar zou je denken. Welk meisje droomt hier niet van?

Het laatste slachtoffer en het enige meisje wat het drama overleefde, wist te ontsnappen en waarschuwde de politie. Het stel werd opgepakt en opgesloten. David bleek toch niet zo sterk als Catherine te zijn en pleegde uiteindelijk zelfmoord. Catherine zit tot op de dag van vandaag op een leeftijd van 65 jaar nog steeds in een zwaarbewaakte gevangenis zich af te vragen wat ze in Godesnaam destijds in die man heeft gezien en waarom ze destijds haar liefhebbende man en kinderen voor hem had verlaten. Haar leven en vrijheid stopte op het moment dat ze voor hem koos. Het is zo’n verhaal waarbij ik me afvraag wat zo’n vrouw bezielt op zo’n moment en of ze zichzelf de haren uit het hoofd trekt op het moment wanneer ze tot bezinning komt.

Na de tour scheen voor heel even weer het zonnetje en wilden we nog een poging doen om de overdekte markt in Fremantle te bezoeken maar het was te druk, te weinig parkeerplek dus reden we terug naar Byford tijdens een half uur durende discussie over waar precies die ene KFC hier in de omgeving zou kunnen zitten. Google bracht uiteindelijk pas bij thuiskomst antwoord: te ver!

[:]