Selecteer een pagina

[:nl]De tijd op mijn GSM staat nog 6 uur later, net als de tijd in mijn lijf. Het is raar om weer terug te zijn. Tijdens een snelle stop in de winkel moet ik mezelf eraan herinneren rechts te lopen, net als in de auto weer rechts te rijden. Raar hoe snel je aan de linkerkant gewend raakt. De koffers zijn uitgepakt en de eerste wasjes zijn al gedraaid als ik de foto’s van de laatste 24 uur bekijk. Het was weer een hel van een vlucht.

Na een laatste stop bij de dokter voor de twee-wekelijkse injectie gaan we dan toch maar naar het vliegveld. Op Perth airport moesten we dan toch uiteindelijk afscheid nemen van Oom wat altijd moeilijk maar onvermijdelijk is. Terwijl hij weer alleen terug naar huis gaat, gaan wij richting douane. Blijkbaar heb ik een onbetrouwbaar gezicht. De schoenen en de jas moeten weer uit. M’n ondergoed mocht ik gelukkig nog wel aanhouden maar bij de bodyscan voel je je wel behoorlijk bekeken. Mijn handbagage werd drie keer gescand. Samen met een andere man word ik apart genomen. Daar sta je dan blootvoets te keuvelen over je bagage. Achteraf gezien misschien niet zo’n slimme zet omdat die meneer een nogal Arabische tongval had. De rugzak die ik bij me had werd leeg gehaald op zoek naar explosieven wat uiteindelijk gewoon lenzenvloeistof bleek te zijn. ‘I told ya so!’ dacht ik bij mezelf. De man mag doorlopen terwijl ik nog een keer door de bodyscan word gestuurd. Nog steeds niet goed gekeurd maar ondertussen wel weer met schoenen aan word ik door een narrig mannetje aan de kant geroepen en scant ie mijn hele lijf met iets wat lijkt op een selfiestick. Blijkbaar was dat een explosievendetector. Hij reageert boos als ik er wat lacherig over doe. Sorry meneer, ik snapte niet wat er moest gebeuren.  Zoonlief staat er op z’n gemak naast te wachten. Hij ziet er blijkbaar betrouwbaar uit. Ik had hem toch ook die bomgordel om kunnen doen en aan Allah kunnen offeren? Uiteindelijk mag ik dan toch doorlopen en niet veel later zitten we in ons vliegtuig. Op zoek naar onze stoelen lijkt het altijd een beetje de walk of shame. Je begint bij de duurste stoelen maar hoe verder je naar achter loopt, hoe goedkoper het wordt. Wij zaten net niet in het vrachtruim. Wow wat een geluk! Weer drie stoelen tot onze beschikking.

Binnen een paar uur stonden we op Singapore Airport. Xavier en ik hadden een strategie. Omdat we maar een uur hadden om over te stappen, zouden we zodra de gordellichten uit gaan onze rugzakken grijpen en door het gangpad naar voren rennen zodat we als eerste buiten zouden staan. Het lukte ons tot aan de businessclass te komen maar daar begon de opstopping. Toch stonden we vrij snel buiten en voelden we een warme vochtige windvlaag langs waaien. Uiteindelijk bleken we genoeg tijd te hebben om nog een fotootje bij Tiffany’s te maken. Mooie sieraden maar beetje boven budget dus we doen het maar met de foto.

Bij het inchecken voor de volgende vlucht was het wéér raak. Terwijl Xavier vrolijk door elke beveiliging heen wandelde, werd ik overal tegen gehouden en uitgekleed. Mijn tas werd weer binnenste buiten gekeerd en ook mijn bagage werd weer drie keer gescand. Ik weet het, het is voor mijn eigen veiligheid maar het begon me toen wel een beetje te irriteren. Uiteindelijk kreeg ik weer het stempel veilig op m’n kont geplakt en mochten we aan boord. Kak! Deze keer zat er al een behoorlijk gezette dame in ons rijtje. Kak! Poep! Shit! Twaalf uur lang klem zitten. Ik wil niet meer! Ik ga terug! Enigszins chagrijnig nam ik maar plaats op mijn plek. M’n rugzak probeerde ik maar onder m’n stoel te schuiven want opstaan ging al niet meer omdat madame bleef zitten. Aan de andere kant van het gangpad zat blijkbaar haar grote liefde want ze hielden steeds elkaars hand vast. Weet je, ik heb een geniaal idee. Ga naast elkaar zitten vozen! Maar nee helaas. De verliefdheid spatte er af. ‘Fijne reis, liefje.’ zeiden ze tegen elkaar. Mijn gezicht sprak boekdelen.

‘Kijk mam, er komt allemaal rook uit die roosters!’ roept Xavier ineens. We kijken alle vier omhoog. Madame naast me begint wat angstig te kijken. Ik probeer haar gerust te stellen: ‘ach als het een terroristische aanslag is, staan we in ieder geval nog veilig aan de grond. Beter hier dan op tien km hoogte.’ Ze trekt wit weg en kijkt angstig naar haar man die een stewardess roept. ‘Miss, may we sit in the front because we don’t want to get ill from the airco.’ Hmm, ja, ja de airco he. Het was geen probleem. Meneer en mevrouw werden direct naar twee andere stoelen geleid en wij maakten een vreugdesprongetje omdat we goddank ruimte hadden. Deze keer werkte mijn terroristische uiterlijk in mijn voordeel. De twaalf uur durende vlucht duurde alsnog een eeuwigheid. Het eerste stuk probeer je je er op in te stellen dat het gaat lukken, het middelste stuk is gewoon pure hel en beloof je jezelf nooit meer een stap in een vliegtuig te zetten en dan de laatste twee uur is het eindpunt in zicht en weet je dat je het gaat redden. Het land in komen was geen probleem. Nog even de koffers van de band plukken en aan de andere kant van het raam stond dochterlief ons al op te wachten. Op dat moment wilden we allebei maar één ding: naar huis!

All You Need Is Love laat het altijd op een leuke manier zien wanneer familie geëmigreerd is maar eigenlijk is het best wel kak. Je staat met één been in het ene land en met het andere been in het andere land. Ben je bij de één, mis je de ander en omgekeerd. Ondanks de regen die voor het eerst in 43 jaar zo hevig was in Australië hebben we toch een geweldige tijd gehad met Oom. We hebben walvissen, kangoeroes en koala’s gezien, in bomen geklauterd en banden verwisseld. Het afscheid kwam weer veel te snel maar we komen zeker heel snel weer terug, al moet ik eerst weer even die vreselijke vliegreis vergeten.

 [:]