[:nl]Zondag rustdag[:]
[:nl]Verplichte rustdag!
[:nl]Verplichte rustdag!
[:nl]Het begin van de tweede week begon met het pakken van de rugzak voor een soort van backpacken voor senioren. Het had die nacht flink geregend maar we hoopten op een mooie dag. Toch maar voor de zekerheid een warm vest meenemen.
Nog geen half uur onderweg en de eerste dikke regendruppels werden door de harde wind enthousiast tegen de voorruit gegooid. De eerste stop was in Bunbury waar dolfijnen zouden moeten zitten. Nadat we de warme auto hadden verlaten om een dolfijn te zien bleek al snel dat ook de dolfijnen vertrokken waren naar warmere gebieden. De beroemde pier die tot ver in het water liep was ook gesloten in verband met de, in onze ogen, enorme storm. Dan maar een kop thee en een snelle hap achter glas om op te warmen. Na Bunbury reden we door naar Cape Naturaliste, een groot park vlakbij het strand. Richting de Wale look out lopen was natuurlijk kansloos want hoe groot was nog de kans dat we die zouden zien met deze koude temperaturen. De auto was toch warmer dan buiten rondbanjeren dus bekeken we de omgeving vanuit de auto en heel af en toe sprong ik even uit om wat foto’s te maken met de nodige oh’s en ah’s vooral op Meelup Beach waar ik nog wel drie uur had kunnen zitten.
Rond half uur reden we naar onze eerste overnachting. Een cottage aan het strand, hoe geweldig! Terwijl Oom wel genoeg gelopen had, besloot ik nog een strandwandeling te maken. Geladen met camera liep ik door de koude wind naar het eind van het strand en weer terug zonder ook maar één walvis, dolfijn of ander soort vis te zien. Toen het tijd werd om terug te gaan omdat het strand op was, wandelde ik vol goede moed weer terug naar de cottage. Terug over het strand en bij de grote boom rechts. Kon niet missen dacht ik. Maar met zoveel grote bomen op het strand was vergissen makkelijk en ineens stond ik op een erf waar ik heel vriendelijk begroet werd door een grote, zwarte labrador die niet luisterde naar zijn baasje. Nadat de hond teruggesleep was, ging mijn zoektocht als een echte survivor verder. Ik moest de cottage weer terugvinden nog voor het donker zou worden dus ik liep terug naar de plek waar ik begon te dwalen en uiteindelijk vond ik net voor het donker de cottage weer terug om daar lekker op te warmen bij het haardvuur.
[:nl]Het is weekend en in het weekend slaap je uit. Dag vijf in Australië begint laat maar eenmaal opgestart komt weer de vraag: ‘Wat gaan we vandaag doen?’ Na veel bomen gaan we nu naar het strand. Dolfijnen zullen we niet zien zegt Oom al bij voorbaat in de hoop het lot te tarten en ze dan juist wel te zien. Na een, voor Nederlandse begrippen, behoorlijk stuk rijden draaien we de parkeerplaats op en lijkt het opnieuw alsof ik één van de vele Google plaatjes ben ingestapt. Een leeg strand wat grenst aan een felblauwe zee. Links en rechts staan villa’s waar ik best de eigenaar van zou willen zijn. Oom niet. ‘Wacht maar tot het windkracht 14 is, dan wil je hier echt niet zitten.’ zegt hij.
De zee is blauwer, de golven zijn hoger en de schelpen zijn mooier. Hier mag je me ook best achterlaten hoor, helaas no such luck en we rijden door naar Schoonzus van Oom die wel aan het water woont. Ze vertelt dat daar ook weleens de dolfijnen langs zwemmen. Ergens blijft de rode draad in mijn leven doorgaan, altijd op de verkeerde tijd op de verkeerde plek zijn.
Met z’n drieën rijden we door naar Warrungup Spring Reserve, een plek waar Aboriginal vrouwen kwamen om hun kind te baren. Een grote ronde cirkel van stenen in een veld doet er toch wat minder comfortabel uit zien om te baren maar indrukwekkend is het wel. Na Warrungup Spring rijden we door naar Lake Clifton. In Lake Clifton groeien vlak onder het wateroppervlak thrombolieten, oude bacteriën die via fotosynthese de eerste zuurstof op aarde produceerden. De Aboriginals gaven er een wat meer magische benaming voor; namelijk groeiende stenen. Hier begon dus eigenlijk het leven op aarde. In feite sta ik nu dus aan het eind van de wereld, of aan het begin. Dus dat kan ik nu ook afstrepen op mijn bucketlist als iemand vraagt waar ik heen ga. ‘Naar het eind van de wereld en weer terug.’
Na deze ontdekking rijden we terug naar het eiland van Schoonzus. Terwijl ik met een gangetje van 80 km/h alles voorbij zie suizen en geniet van het uitzicht, vlieg ik ineens met mijn snoet de voorstoel in. Schoonzus trapt boven op de rem en stopt de auto. In het water dobbert nietsvermoedend een pelikaan die ik al eerder had zien dobberen toen we over de snelweg reden maar toen konden we niet stoppen. Het was dan wel geen dolfijn maar ik moest wél een foto maken van Oom.
Terug op het eiland dronken we nog één kop thee met Hollandse ontbijtkoek. Oom vraagt of ze weet waar je hagelslag kunt kopen. Schoonzus knikt, duikt de kast in en zet ineens een pak pure hagelslag van de Ruijter voor zijn neus neer. Niet te krijgen in Byford en omstreken maar wel hier. Hij propt het pak hagelslag in mijn tas en we gaan er snel vandoor.
Stilzwijgende staar ik naar buiten als we terug rijden. De zon kleurt de lucht rood als we terugrijden naar Byford. ‘Er zit regen in de lucht.’ zegt Oom, ‘Daarom kleurt de lucht zo rood.’ Al was het een voorbode voor Marsmannetjes, de kleuren zijn schitterend en niet te vangen op een foto dus ik kijk en hoop dat ik deze herinnering voor altijd kan terug halen want anders kom ik volgend jaar gewoon weer hier terug.
After an one hour drive we park the car. The moment I step out of the car I find myself in the many photo’s I saw on the internet. A blue see, a warm wind and an empty beach. Along the coastline beautyfull villa’s. How I sure want to leave here! Uncle says it sounds nice leaving here on the beach but wait till the storm comes and you never want to live here again.
The sea is more blue, the waves are much higher and the shells are more special. I can’t believe I am walking here and I want to remember everything about it. After our walk on the beach we drive along to Sister-in-law for a cup of tea. She tells me that she definately see the dolphines often swim by her house. A confirmation for me again that I am always on the wrong place at the wrong time.
The three of us drive to Warrungup Spring reserve, a place where the Aboriginal women gave birth to their children. A large circle of stones on a small hill is the only thing what is left of this birthplace.
After that we drive to Lake Clifton where we see the impressive thrombolites, the first organism who gave oxygen by photosynthesis. So live on earth started here. I finally got to the end of the earth which is also the beginning of the earth. After seeing this miracle we go back to Sister-in-Law’s house. While driving 80 km/h and seeing everything rushing by, I suddenly find myself pushed into the frontseat. Sister-in-Law hits the breaks. They both saw a Pelican and I certainly needed to make a photo of it and so I did.
After a last cup of tea Uncle asked if she knew where to buy Dutch Hagelslag. Ofcourse she knows and dives into the kitchen to pull out real Dutch Hagelslag especially for me.
Driving back I can only stare outside. The sun colors the sky red and makes beautifull colors. ‘There’s rain coming.’ Uncle says. ‘Thats why the sky is so red.’ I just nodd and keep watching the sky untill the sun is down. Even if you would be able to make a photo of this, it can not be as good as seeing this with your own eyes and if I forget how it looks like, I just have a great excuse to come back.
[:]
[:nl]Het is al half twaalf ’s avonds als Zoon nog een Whatsapp bericht stuurt. ‘Skypen?’ ‘Eindelijk!’, dacht ik en ik schrijf terug dat ik mijn laptop al aan het opstarten ben. Hij had de Koala foto’s gezien en vroeg wat ik nog meer zou gaan doen. ‘Morgen gaan we slangen zoeken!’ zeg ik enthousiast. Hij vindt het geen goed idee en ik zie een lichte paniek in zijn ogen. Slangen zijn gevaarlijk! Ik stel hem gerust dat ik echt wel voorzichtig doe en heelhuids thuis kom. We nemen afscheid, hij gaat eten en ik ga naar bed.
De volgende ochtend maak ik eindelijk voor het eerst weer mijn dagelijkse wandeling, het was vochtig warm en die stiekeme heuvel op was zwaarder dan ik had verwacht. Maar zonder te verdwalen of aangevallen te worden door kangoeroes of slangen was ik na een half uurtje alweer terug. Alsof ik er een neus voor had, vond ik wel de paardenwinkel maar daar liep ik stug voorbij. ‘Als je nou de andere kant op was gelopen, zou je een park zijn ingelopen.’ zei Oom toen hij vroeg hoe ik gelopen was. Uh ja en dat zeg je nu pas? Dat is dan voor morgen! Nu is het tijd voor slangen.
Niet veel verderop parkeerden we de auto om slangen te zoeken. We hoefden niet ver te zoeken want ze zaten allemaal netjes gesorteerd op soort en grootte achter glas. Net als de baardagamen, langnekschildpadden, kikkers en andere kruipsels. Stuk voor stuk slapend in hun hok. Gut wat een gevaarlijk land. Alles waarvoor ze me hebben gewaarschuwd ligt hier te maffen.
Na een uitgebreide, niet te stoppen, overactieve, praatgrage vrijwilliger die niet kon stoppen te praten over de Bobtail liepen we naar buiten om de vogels te bekijken. Vogels in een hokje, het is net zoiets als een vis met een haak door z’n lip. Ik vind het zielig maar misschien komt dat ook doordat ik zelf zo gehecht ben aan mijn vrijheid. Toch konden we nu de vogels van dichtbij bekijken. We zagen mooi gekleurde vogels, alsof ze een verfbad hadden genomen op een kleuterschool, maar ook kleurloze exemplaren. De vogels die het meest opvielen waar de rare vogels. Met een arrogante houding beslisten die rare vogels of ze wel of niet op de foto wilden. Sommige vogels gingen er echt voor zitten. Anderen draaiden zich arrogant om. ‘Nee, nu even niet.’ Nog even bij de Dingo kijken die er toch echt niet gevaarlijk uitzag. Je zou um toch zo mee naar huis nemen?
Terug naar huis zegt Oom dat ie eerst alles verwijderd voordat ik terugvlieg. ‘Uit m’n koffer of van m’n camera?’ In gedachte heb ik nu al zoveel in mijn koffer gestopt dat het lijkt of ik half Australie mee terug naar huis neem. ‘Van je camera natuurlijk!’ zegt Oom, ‘Als jij die foto’s thuis laat zien krijgen ze een slechte indruk van ons.’ Dat zal wel meevallen, tot nu toe heb ik alleen maar slapende, chillende en luie beesten gezien. Ik vraag me af of het wel zin heeft om dolfijnen en haaien op te zoeken. Als die ook slapen, moet ik het maar over een andere boeg gooien anders wordt het wel een hele slaapverwekkende reis.
The next morning I go out for my daily walk. It was warm and humidity was skyhigh, the hill I had to walk up was more of a challende then I expected. But without getting lost or being attacked by snakes or kangoeroes I made it home save within 30 minutes and we went snakewatching. Furtherup the road there was a reptilecentre where all the reptiles were sorted by shape and sort behind glass all sleeping. Gosh what a dangerous country this is. Everything they warned me for is sleeping.
After getting rid of a non-stoppable, very active talking volunteer we walked on to see some birds. Normally birds in a cage is like fish with a hook in his lip. I dont like it. Maybe it’s because I freedom one of the most important things there is. But seeing these weird birds upclose was great to see. Some birds had a certain attitude, other birds flew to you and sat in front of you just staring and some birds were sleeping.
At the end of the birdshow were some dingo’s. They looked lovely not scary or wolffie at all.
Back home going through all the photo’s we made, Uncle says he will remove every scary photo before I go back to Holland. Not much photo’s will be deleted because all animals are boring and sleeping. Hopefully, if we do ran into sharks and dolphines they will be alive and awake or this trip might get a bit too boring
[:nl]Eén van de weinig actiepunten op mijn bucketlist Australie was natuurlijk een Kangoeroe en een Koala zien. ‘Oh maar die lopen hier door de voortuin.’ kreeg ik steeds te horen. ‘Daar hoef je niet voor de deur uit.’ Maar behalve die dode kangoeroe bij het vliegveld heb ik daarna geen Skippy meer gezien. Dus vandaag werd Project Kangoeroe uitgevoerd. De eerste stop was een park vlakbij met een picknickplek. ‘Niet de kangoeroes voeren hoor!’ werd ons nog streng verteld. Nee, nee, we hebben niet eens eten bij ons. Ik wil ze alleen zien. Ik zag de ranger hardop denken; ‘Raar wijf, naar een picknickplek gaan zonder eten om alleen een kangoeroe te zien. Ongedierte is het. Wij hebben er alleen maar last van.’
Vol spanning reden we verder naar De Picknickplek. In gedachte had ik het vinkje al bijna op de bucketlist gezet. Nog even de bocht door en…… geen kangoeroes. Het enige wat we zouden kunnen voeren waren de vele gezinnetjes. Dan maar even doorlopen naar de waterval waar er druk gezwommen werd. Heel mooi maar dat denkbeeldige vinkje moest er nog op komen te staan.
Terug naar de auto en de volgende stop. Een hoogste punt wat uitkeek op de vallei, daarna door naar een stuwdam, een stuwmeer, picknickplekken, schitterende stukken natuur. Het was allemaal even mooi maar ondanks de waarschuwende bordjes aan de kant van de weg kwamen we geen enkele kangoeroe tegen. Dan maar eerst lunch en daarna verder zoeken. Na de lunch hoefden we niet ver te zoeken want eigenlijk zaten ze heel vlakbij huis veilig op een kinderboerderij. Oké het was dan niet in het wild maar ze waren wel zo enorm relaxed dat ik ze rustig achter hun oortjes kon kriebelen wat zo lekker was dat ze om meer kwamen vragen. Vinkje twee op mijn denkbeeldige bucketlist konden we ook gelijk afstrepen. Koala’s! Mocht je ooit zo gestrest zijn dat je het niet meer weet, kijk dan een uurtje naar een koala en je vraagt je af waarom je je eigenlijk nog zo druk maakt. ‘Chill! Relax! Het leven is zo slecht nog niet.’ Voor heel even mocht ik Gemma de Koala vasthouden. Wat een schatje.
Tegen vier uur had ik alle dieren geknuffeld en op de foto gezet. Ik denk dat onze Kangoeroe & Koala missie behoorlijk is geslaagd! Ik heb er in ieder geval twee denkbeeldige vinkjes bij op mijn bucketlist
[:en]Soon to be translated
[:]