Selecteer een pagina

[:nl]Eén uur Nederlandse tijd en ik zit te wachten bij nu wel de juiste gate. Ik was zelf wel bij het juiste nummertje gaan zitten maar ze hadden het stiekem, toen ik even niet keek, snel veranderd. The bastards! Hoe internationaal kun je er uit zien als mensen zelfs aan jou komen vragen of dit de vlucht naar Perth is. I do hope so!

De vlucht naar Singapore gaat de boeken in als a bumpy ride. De voorpret die ik met vriendinnen had over naast wie ik zou komen te zitten, kwam helemaal uit. Links van mij zat een Iers echtpaar uit het stenen tijdperk en rechts van mij, aan de andere kant van het pad, zat de ietwat corpulente, zwaarriekende, aan één stuk door drinkend en etende meneer tot ie halverwege de vlucht in slaap viel maar daarmee hield de stank niet op.

De meest komische passagier was Tineke. Tineke kwam heel vrolijk het vliegtuig in gestapt en ging zich aan iedereen voorstellen. ‘Hallo, ik ben Tineke. Dag, ik ben Tineke. Tineke.’ Tot ze de hand schudde van een ietwat verbaasde backpackende Australische en Tineke besefte dat ze misschien iets raars deed. Ik ontsprong de dans op het nippertje.

Tijdens het opstijgen pakte het Ierse dwergenechtpaar even heel lief elkaars hand, alsof het hun laatste vlucht zou zijn. Hoe schattig. De rest van de twaalf uur durende vlucht lag hij te slapen en hoestte zij haar longen uit haar lijf. So much voor schattigheid.

Om gelijk een eind te maken aan alle speculaties over een potentiële echtgenoot. De reis naar Singapore leek meer op een uitje van de Zonnebloem, gezien de gemiddelde leeftijd. Het laatste stukje van Singapore naar Perth duurde voor mijn gevoel net zo lang als van Amsterdam naar Singapore. Met een slapend Japannertje op mijn schouder (met mondkapje natuurlijk) en twee krijsende babys aan de andere kant van het pad probeerde ik zo lang mogelijk mijn Zen te bewaren.
Op Singapore Airport gaf ik waarschijnlijk de indruk dat ik dagelijks diezelfde reis maakte want er kwamen zoveel mensen vragen of dit de vlucht naar Perth was. Terwijl ik vreselijk interessant mijn mail te lezen, kwam Dopey ineens naast me zitten. ‘Excuse me, is this the flight to Perth?’  Ik knikte vriendelijk en wees hem op het bord. Ik wilde mijn berichten nog snel even door scannen en mijn kinderen antwoorden nu ik even wifi had dus ik gaf hem weinig aandacht meer. Nadat we allemaal aan boord mochten gaan, vond ik de beste man weer terug in mijn rij. ‘Are you stalking me?’ vroeg hij gelijk. Eh, excuses me? Japans pubertje van 17  maakte daar gelijk een einde aan. ‘You are in my chair.’ zei hij tegen mij. Again, excuse me? Waar is de beleefdheid van die hele natie gebleven? Uiteindelijk bleek Dopey op de plek van Japans pubertje te zitten dus verhuisde Dopey met hangende schouders naar de andere kant. ‘So I guess you were stalking me!’ zei ik met een grijns. Die opmerking viel blijkbaar niet in goede aarde want toen we eindelijk van boord mochten, kon er geen aardig woord meer vanaf en rende hij me zonder enige vorm van groet voorbij.

Een puntje van zorg voor mij was toch wel de douane. Alle spookverhalen die ik de afgelopen negen maanden gehoord heb over de strenge controles en het urenlang vast zitten omdat je iets niet hebt aangegeven, maakte mij er al bij voorbaat verdacht uitzien. Nadat ik mijn koffer van de band had getrokken, dat verhaal over die attente mannen klopt, die zijn hier niet te bekennen en laten je gewoon zelf worstelen, ging ik met mijn goed ingevulde kaart, paspoort, ticket, visum en medicijnpaspoort vol goede moed richting de douane. Het mannetje wenkt mij naar de balie te komen. Ik gooi alles wat ik heb op de balie en hoop dat hij weet wat hij moet doen. Op ‘Het Kaartje’ heb ik voor de zekerheid overal maar ‘ja’ op aangekruist. Beter gelijk toegeven dan drie weken vast zitten omdat je toevallig wat paracetamol bij je hebt, toch? Douane mannetje vroeg uitleg. Waarom staat daar ja? en daar? en daar? ‘Medicijnen meneer, gewone en homeopathische, ik heb brieven en zo. Wilt u ze zien?’ Douanemannetje was niet geïnteresseerd in mijn brieven, gaf een stempel en stuurde me door naar het volgende mannetje, die me weer doorstuurde naar het volgende mannetje en weer door naar het volgende mannetje. Allemaal wilden ze me kaart zien. Uiteindelijk kwam ik als enige terecht bij twee kwebbelende dames en een schoothond. Zonder ook maar even te stoppen met haar verhaal wees ze me een plek aan waar ik moest gaan staan, los van mijn koffer graag.
Schoothondje had weinig zin maar moest een rondje om mij en de koffers heen lopen. ‘Niet de hond aaien, Mireille, hond is aan het werk.’  sprak ik mezelf vermanend toe terwijl de hond sullig om me heen liep. Het enige wat Schoothond rook was kat en daar hoefde hij niet voor aan te slaan. Dus kwebbelende dame wuifde dat ik door kon lopen terwijl ze haar verhaal, blijkbaar een roddel over een andere vrouw, af kon maken.

Terwijl de spotlight op mij werd gericht, de muziek begon te spelen, liep ik daar als de held in de film door het laatste poortje en was ik officieel in Australië. De warme voorjaarslucht kwam me enthousiast te gemoed maar dat was ook het enige wat me tegemoet kwam want ik zag geen Oom en geen Jessica. ‘Een beetje jammer dit.’  hoor ik mijn dochter al zeggen.
Met een snelle scan door de niet zo grote aankomsthal had ik ze gelukkig al snel gevonden en waren we binnen no-time op weg naar huis. Nog geen tien minuten van het vliegveld vandaan spotte ik de eerste kangoeroe, een dode, langs de kant van de weg. Laten we het maar niet als een teken zien.
Uiteindelijk is het me gelukt om tot een uur of acht ’s avonds wakker te blijven zodat ik gelijk in het juiste slaapritme zou komen. Dat is aardig gelukt want ik werd pas om 5 uur de volgende ochtend grinnikend wakker door een vogeltje dat net zo fluit als ik zing. Nooit geweten dat er vogels zijn die zo vals kunnen fluiten. Als je me vraagt naar mijn eerste indruk van Australië? Dode kangoeroes en vals fluitende vogels. Dit gaat ongetwijfeld een onvergetelijke reis worden!

 

 [:en]Soon to be translated.[:]