Selecteer een pagina
[:nl]De architectonische gebouwen in Albany schuiven we een dag vooruit om vandaag eerst walvissen te gaan zoeken. De beste spot was de laatst werkende whaler company waar we eerst een uitgebreide rondleiding kregen door David, inclusief het in goed verwoord en in beeld gebrachte binnen halen en slachten van de walvis. Hij excuseerde zich voor het feit dat enkel de walvislucht er niet meer hing maar mijn creatieve brein kon zelfs de geur erbij bedenken en mijn maag keerde zich drie keer om bij het zien van de foto’s en de verhalen hoe ze te werk gingen. Gelukkig konden we op het uitkijkpunt wat frisse lucht in ademen en turen over de stille baai op zoek naar een walvis, dolfijn of iets anders wat uit het water zou springen. No such luck. De enige dolfijn die we zagen, lag op sterk water heel zielig te kijken. De Black King Skink die buiten liep en ook graag naar binnen wilde was grappiger te zien dan de zielige dolfijn, hij probeerde naar binnen te komen en stootte steeds zijn neus tegen het raam.

Bijna achttien jaar geleden kreeg ik van Oom Australische dollars opgestuurd als cadeautje voor mijn bruiloft. Het huwelijk hield geen stand maar ik bewaarde al die jaren de dollars als symbool voor het waarmaken van mijn droom. Ooit zou ik alsnog die reis maken Down Under, het zou misschien wat langer duren maar ik zou zeker ooit gaan. Toen ik mijn ticket had geboekt, nam ik de 18 jaar lang bewaarde dollars mee om er na al die jaren een bijzonder cadeau van te kopen. Daar in de giftshop bij de Whalerstation lag een bijzondere ketting met Australisch goud in het hart. Ik had geen mooier symbool kunnen uitzoeken die symbool staan voor de laatste achttien jaar.

Na een flinke kop thee en chocolade muffin, waren we (althans ik) weer genoeg op krachten om de wildlife park te bezoeken naast het whalestation. Het was daar, dat ik de Australische groet leerde. Iedereen die het land bezocht heeft, zal precies weten waar ik het over heb. Deze friendly flies waren zo aanhankelijk dat ze lekker dicht tegen je aan kroelen. In het park lagen de kangoeroes op hun gemak zich vooral niet druk te maken. Het was dan ook niet moeilijk om een kangoeselfie te maken, nieuwsgierig als hij was, lachte hij zijn ene uitstekende tand bloot.
De kakkerlak die verder op een blad in het zonnetje zat, zag er ook niet gevaarlijk uit. Zijn imitatie van een boomblad was verbazingwekkend goed tot we hem even aantikte waardoor hij wat geïrriteerd begon te bewegen maar meer zat er ook niet bij.

Via Misery Beach, what’s in a name, reden we naar Stony Hill, een grote rotspartij die uitkeek op zee. Ik wilde natuurlijk wel weer naar boven klauteren want dat is wat ik vooral doe deze vakantie, naar boven klauteren. The only way is up down under. De sky is the limit en ik voelde me on top of the world. Het uitzicht was adembenemend. Stond ik hier echt? De koele wind, de warme zon, een moment om nooit meer te vergeten.

Na een wandeling over Stony Hill maakten we nog één stop bij het monument voor de gevallen soldaten in de eerste en tweede oorlog. Een monument wat je gezien moet hebben als je in Albany bent geweest. Na twee weken Australië heb ik nog weinig gezien van alle gevaren waarvoor de thuisblijvers me gewaarschuwd hebben. Tot we terug kwamen in het vakantiehuisje en zagen dat de keuken was overgenomen door de levensgevaarlijke sugar ants. Sugar ants zijn de helft kleiner dan onze Hollandse mieren maar levensgevaarlijk omdat ze met z’n allen mijn laatste beetje chocola wilden meenemen. Iedereen weet dat ik een gevaar voor de samenleving wordt wanneer ik zonder chocola kom te zitten, maar verder dan de levensgevaarlijke sugar ants valt het hier downunder allemaal nog wel mee. Wie weet doe ik na deze laatste week wel een downpayment op een leuk huisje!

[:]