[:nl]En dan is het zo ver[:]
22 uur voor vertrek en de chaos is op een hoogtepunt. Het reisbureau, waar we de tickets hebben geboekt, laat weten dat mijn tickets zijn ingecheckt door een onbekend iemand. Zoon en ik zitten vijf rijen van elkaar verwijderd. Hoe dat mogelijk is weet niemand. Alsof het al niet spannend genoeg is, om als alleenstaande moeder met kind te reizen, wordt de spanning net als in een echte soapserie nu helemaal naar een cliffhanger gedreven. Welke terrorist heeft mijn tickets ingecheckt en waarom zitten we vijf rijen van elkaar vandaan. Is het een teken? Moeten we gewoon niet boarden? De dame van het reisbureau heeft geen antwoord. Singapore Airlines heeft ook geen antwoord. Schiphol heeft ook geen antwoord. Voor zulke reislustige bedrijven hebben ze in mijn geval weinig antwoorden op mijn vragen.
Terwijl zoonlief rustig gamend z’n dag door komt, want ja die koffer pakt ie ’s avonds wel in, ren ik als een kip zonder kop rond. Deadlines die nog gehaald moeten worden, lijstjes die moeten worden afgewerkt en dan is er nog die koffer die gepakt moet worden en het bedrijf wat moet worden gesloten. ‘Kunnen we nog even een nieuwe muis halen voor mijn laptop?‘ Zoon komt sloffend naar beneden. Tuurlijk joh kan ook nog wel tussendoor. Terwijl ik ongeduldig in de rij sta bij Mediamarkt gaan ineens alle toeters en bellen af. Wat gebeurt er?? De man die net nog voor mij stond is ineens de klant van de dag en wint een vette cheque. Ik mompel mijn levensmotto: ‘Altijd net niet he!’
De volgende dag stonden we om 7 uur al klaar om naar Schiphol te vertrekken. Na het innige afscheid, inchecken en douanes, zaten we netjes op tijd bij onze gate te wachten. ‘Mevrouw van eiperen?’ Wel ja joh voor jou ben ik dat vandaag wel even. Steven van Singapore Airlines had ons al gespot, geen idee hoe hoe ons herkende maar hij behandelde ons als BN’ers. Hij wilde ons persoonlijk leed verzachten door ons samen bij het raampje te plaatsen. We werden als koning en koningin naar binnen begeleid. Maar nog beter was die derde stoel die leeg bleef. Het ene mannetje dat er wilde gaan zitten werd er snel weggehaald dus we hadden enigszins ruimte op de eerste twaalf uur.
Voor een jongen die normaal niet veel zegt, kwebbelde hij nu stevig door na, zoals het leek 5 liter cola, want hij wilde graag wakker blijven. Ik daarentegen, wilde liever een oogje dichtknijpen. In Singapore aangekomen, dacht ik lekker ruim de tijd te hebben voor alles. Maar op de een of andere manier trek ik toch chaos aan. Zoonlief wilde MacDonalds omdat het vliegtuigvoedsel niet te eten was. Maar de grote M in zat in Terminal 2 en wij liepen in Terminal 3. Dus we moesten op zoek naar een treintje; lopen, zoeken, treintje heen, lopen, zoeken, vage MacDonalds, ontbijt bestellen en daarna weer rap terug. Ik voelde het duizelen in mijn hoofd en hoopte op een makkelijke reis terug. Helaas. Terwijl zoon bij het raampje instortte en al snel op weg was naar dromenland, zat ik tussen hem en een andere jongen ingeklemd. Ik was moe, ik moest vreselijk plassen en ik vond het duidelijk niet leuk meer.
Goddank landden we eerder dan gepland. Snel door de douane en je koffers pakken is er in Australie gewoon niet bij. Ook nu weer was het staan, wachten, schuifelen en hopen op een goede afloop. Behalve een belerend wijzend vingertje van een meneer die me 1 stap over de streep zag gaan tussen douane gebied en giftshop om daarna een stap terug te willen doen, verliep het laatste stukje ook vlekkeloos. John van de Heuvel hoeft niet gebeld te worden. Ik ben niet opgepakt voor ontvoering. Oom stond mooi op tijd aan de andere kant van de deur te wachten. Eenmaal terug in Byford, wat voelt alsof ik nooit ben weggeweest, gooien we de koffers op de kamer en proberen nog heel even wakker te blijven. Zoon gooi rond 6 uur de handdoek in de ring, ik 2 uur later om elkaar vervolgens om half 3 snachts weer te zien aan het ontbijt-lunch-diner wat we die dag gemist hebben terwijl de Possums vrolijk heen en weer renden over het dak. We zijn er en gaan voorlopig nog niet terug!