De algemene reactie die je krijgt, wanneer je vertelt dat je naar Australie gaat is: ‘ieeuw daar zijn enge spinnen!’ Ik ben hier nu al voor de derde keer en de enige enge spin die ik heb gezien, was achter glas, opgezet. Slangen hebben we nog helemaal niet gespot en de kangoeroes liggen vooral dood naast de weg. Erg triest maar waar. Zagen we voorgaande jaren nog hele kuddes voorbij hoppen, hebben we ze dit jaar gewoon nog nergens gezien.
Op onze tweede dag in Denham, reden we een beetje later dan gepland naar Monkey Mia. Door de naam zou je denken dat er apen zitten maar wat ik in de vluchtigheid kon lezen, was dat het is afgeleid van een vissersboot en ‘Mia’ wat thuis betekent voor Aboriginals. Monkey Mia is bekend geworden door het dagelijks voeren van de wilde dolfijnen. Leuk! Dacht ik. Gaan we doen! Helaas kwamen we net te laat aan en waren de dolfijnen al vertrokken. Terwijl Oom de schaduw op zocht, slenterden Xavier en ik nog even over het strand en door het water. Ik voelde een kriebeltje hier, een kriebeltje door. Er verscheen een bultje en nog een bultje. Omdat er veel mensen in het water lagen te dobberen, ging er bij mij nog geen lampje branden. Tot ik onder de bulten zat en mijn oom doodleuk opmerkte dat hier sandflies waren. Sandflies?! Ik heb geen fly gezien en toch zit ik onder de bulten, waar ik er zelfs na 24 uur nog nieuwe bij kreeg.
De volgende ochtend pakten we alweer vroeg de spullen en reden we terug naar Dongara, een kleine 500 km terug, waar we weer in hetzelfde huisje aan het strand overnachtten. Het laatste stuk, de volgende dag, van Dongara naar Byford, reed ik ondertussen met twee vingers in de neus. Dat links rijden gaat steeds makkelijker. Ondanks alle waarschuwingsborden van kangoeroes en koeien op de weg, zagen we weinig. Maar één keer moest ik op de rem voor een overstekende geit. Een geit! Ook niet echt spannend wildlife.
Diezelfde avond, toch wel enigszins een beetje suf van de lange rit, wilde ik lekker vroeg m’n bedje in. Maar wat zag ik daar in mijn ooghoek over mijn bed rennen? Een muis! Van alle waarschuwingen over spinnen en slangen heeft niemand wat over een muis gezegd. Het was ook niet zomaar een muis, deze muis was duidelijk een gevalletje ADHD on speed. Slapen zat er niet echt meer in, dus vertrok ik met deken en al naar de bank, gevolgd door Muis en zijn beste kameraad die de muizenvallen lekker links lieten liggen.
De volgende avond dacht ik Muis en zijn kameraad slim af te zijn. Ik had alle mogelijke lekkernijen weg gehaald. Vast en zeker dat ze dan naar de buurman zouden vertrekken. Helaas, in plaats van dat ze hun koffers pakten en verdwenen, werden ze samen nog brutaler. Vanaf de leuning van de bank zaten ze me aan te staren met een blik die zei: ‘geef ons eten!’ Keihard als ik ben, schudde ik mijn hoofd. Nee! Nee, echt niet! Je houdt me iedere nacht wakker, ik ga je daar niet voor belonen. Muis en kameraad gebruikten Russische marteltechnieken om mij wakker te houden. Ze bleven koppig om mij heen dartelen en door slaapgebrek gaf ik uiteindelijk toe. ‘Alsjeblieft! een chocoladekoekje en laat me nu met rust!’ Het werkte. De rest van de nacht heb ik ze niet meer gehoord. Ook de volgende nacht bleef het stil. Ik begon me af te vragen of muizen, net als honden, ook dood zouden gaan van chocola. Een kleine Google search actie gaf mij het antwoord. Muizen lusten geen kaas en gaan dood van chocola. Half schuldig doordat ik de dood van Muis op mijn geweten had en half blij dat ik weer normaal kon slapen, had ik eindelijk weer een normale nacht. Tot ik rond 6 uur wakker werd van getrippel. ‘Je leeft nog!’ dacht ik blij en daarna ‘shit, je leeft nog.’
Uiteindelijk valt dat Wildlife in Australie allemaal wel mee. Dode kangoeroes, sandflies en muizen. Daarvoor hoef je niet thuis te blijven!