[:nl]Hoe mooi kan het leven zijn, zit ik me af te vragen terwijl ik deze dag probeer te omschrijven. De enorme grijns zit nog vastgeplakt op mijn gezicht. In de loop van de ochtend reden we naar Penguin Island om de kleine pinguïn populatie te gaan bezoeken. Niet-Australisch was het druk op de weg en reden we langzaam achter iemand die blijkbaar nooit happy was, als we zijn nummerbord moesten geloven. Het was ook frisser dan de dagen ervoor dus stapten we, met onze dikke jassen aan, de boot op.
Aangekomen op Penguin Island wist ik gelijk waar de films Birds van Alfred Hitchcock was opgenomen, het eiland zat vol met meeuwen, boos krijsende meeuwen. Vooral als je te dicht bij hun nest kwam en aangezien er om de drie meter 10 nesten lagen was het een enorm gekrijs.
Er zouden zo’n 100 pinguïns op het eiland leven maar we hebben er maar 6 gezien die in een bassin binnen gevoerd werden, de rest van de 94 schattige pinguïns hielden zich schuil voor elke camera. Een selfie met een pinguïn was dus helaas niet mogelijk, dan maar die schreeuwlelijk op de paal. Aan z’n kop te zien was hij het er niet mee eens maar wegvliegen deed ie dan ook weer niet. Ik denk dat Oom nog nooit zo’n rare logé heeft gehad, selfies maken met de beesten.
Na een rondje op het eiland gingen we opnieuw de boot in om dolfijnen en zeeleeuwen te spotten. Het zal mij benieuwen, dacht ik nog, die laten zich vast niet zien. Maar tot mijn grote verbazing zwommen er ineens allemaal dolfijnen met de boot mee. Een moeder liet trots haar kind zien. Foto’s maken was moeilijk omdat half Taiwan mee was op de boot en de selfiesticks het onmogelijk maakte een mooie foto te maken dus ik keek, genoot en vroeg me af of het leven nog mooier kon worden dan dit. Ik heb gewoon dolfijnen gezien. Dit was gewoon een bonus-check op mijn bucketlist.
Daarna vaarde de boot verder naar een kleiner eilandje waar zeeleeuwen heerlijk in het zonnetje lagen te slapen en degene die uitgeslapen waren, dartelden vrolijk om de boot spelend met elkaar. Boven op een rots zat een zeearend te broeden, moeder en vader wisselden de wacht af met broeden.
Terug aan land en achter een grote kop thee kon ik alleen maar grijnzen om wat ik echt gezien had, een ervaring om nooit te vergeten en anders heb ik natuurlijk altijd de foto’s nog, genomen zonder selfiestick.
Mocht iemand zich afvragen hoe die roze olifant in het rijtje foto’s terecht is gekomen? Jarenlang vroegen mijn kinderen wat ik nog graag wilde hebben en mijn standaard antwoord was een roze olifant. Ze hebben de roze olifant nooit kunnen vinden en nu stond die roze olifant hier gewoon langs de weg. Met de foto heb ik het bewijs dat roze olifanten bestaan!