De tweede dag in Kalbarri was op verzoek van mij. In het informatieboekje las ik over geweldige trails die ik gewoon móest lopen. Het Kalbarri National Park is 186.000 hectare groot met meerdere trails van kort naar lang, van licht naar zwaar. Met het idee van samen uit, samen thuis, koos ik niet de meest moeilijke en lange maar een klasse 3-route; Natures window was maar 1 km lopen. Xavier vond dat nog wel oké. Voor Oom was dat niet meer te doen dus hij bleef boven wachten. Als snel zagen we waarom het een klasse-3-route was. Na het eerste geasfalteerde pad, mochten we klimmen en klauteren. Echt klimmen en klauteren. Geweldig! Zonder railingen of safety nets. Nature’s Window hadden we al snel gevonden. Het uitzicht was spectaculair maar wacht even, we konden nog verder omhoog. Xavier klom als een berggeit op de rotsen omhoog en ik volgde wat minder soepel maar net zo enthousiast. Nature’s window ging blijkbaar over in The Loop. Een trail van 8 km (waar je gemiddeld 5 uur over doet) Toen we eenmaal het hoogste punt hadden bereikt, op het heetst van de dag, had Xavier genoeg gezien en klauterden we terug.
Of ik nog meer wil zien? Vroeg Oom toen we terug kwamen. Welja, ik ben er nou toch! Dus reden we door naar Z-bend lookoutpoint en river trail. Xavier bleef bij Oom en ik ging geladen met pet en water naar de Lookoutpoint. Het uitzicht was weer adembenemend maar wacht, zie ik daar beneden nu mensen lopen? Een wandeling van 2km in 2 uur. Twee uur wilde ik ze niet laten wachten maar een stukje zou ik toch wel kunnen kijken? Het waarschuwingsbordje gaf het weer duidelijk aan:
– Ga niet alleen!! (Kijkt om zich heen en ziet niemand. Check!)
– Neem genoeg water mee!! (Half flesje water. Check!)
Dit gaat helemaal goed komen! Enthousiast daalde ik af en volgde ik de pijltjes naar de rivierbedding. Ongelooflijk dat ik hier gewoon loop. Dat ik hier sta. Heel even sta ik stil en luister. Ik hoor niks. Geen vliegtuigen, geen auto’s en vooral geen menselijk getetter. Ik maak er een filmpje van en bedenk me dat ik ook mijn laatste filmpje kan zijn, als ik nu mijn nek breek over de losliggende rotsblokken waar ik al filmend overheen klauter.
Halverwege het pad leek het me verstandiger om terug te gaan naar de bewoonde wereld. Ik hoorde de mannen al bijna puffen dat ze zo lang moesten wachten. De weg terug naar boven was weer een flinke stress test voor mijn hart, blijkbaar heb ik nog het hart van een gezonde twintigjarige want ik kwam lachend en vrolijk weer boven.
De friendly flies die ons al die tijd zo vrolijk gezelschap hadden gehouden, lieten we achter in de outback en reden zelf terug naar de bewoonde wereld. Gelukkig hebben we de foto’s nog om op een geweldige dag terug te kijken.