[:nl]‘Wat gaan we doen? Waar gaan we heen? Ik ben er klaaaarrrrrr voor!!!’ Toen Oom eindelijk op normale tijd wakker werd, was ik al een tijdje wakker en helemaal klaar om het land te gaan ontdekken. Oom kon niet veel meer dan hoofdschuddend naar de koffiepot lopen. ‘Nee? wat nee? Jawel hoor, ik ben er echt klaar voor!’ Mijn enthousiasme was wat minder aanstekelijk dan ik in gedachte had. Na zijn eerste kop koffie legde hij uit dat ik vandaag rustig aan moest doen. Rustig? Hoezo rustig? Ik heb geslapen, zit helemaal in het ritme. Geen jetlag. Kijk, ik ben weer helemaal topfit! *gaap* Huh, was dat een geeuw? Waarom moest ik gapen? Ik ben topfit, ik ben er klaar voor! Oom pakte hoofdschuddend zijn tweede kop koffie. ‘We gaan naar de supermarkt, boodschappen doen.’
Zelfs boodschappen doen in Australië is voor mij een spannend avontuur. Dat begint al bij instappen in de auto aan de juiste kant en daarna vooral niet op de weg letten omdat ik panisch word van iedereen die aan de verkeerde kant van de weg rijdt, om nog maar niet te spreken van al die rotondes waar je verkeerd op rijdt. Voor mijn gevoel dan want natuurlijk ben ik de enige op de weg met het spookrijdersgevoel en rijdt de rest gewoon normaal. Ooit had ik het geniale idee om hier in Australie een motortocht te gaan maken van het ene punt naar het andere. Het is maar goed dat ik dat idee nooit heb uitgevoerd want ik had dat links rijden nooit geaccepteerd zoals de weggebruikers hier nooit zouden hebben geaccepteerd dat ik rechts zou blijven rijden.
In de supermarkt geeft Oom mij het boodschappenkarretje. ‘Ga jij maar rijden.’ zegt hij vol vertrouwen. Drivinglessons in de supermarkt. Het kan dus echt altijd erger dan je eerste vijf rijlessen spenderen aan rondjes rijden op een stille parkeerplaats. Na vijf keer sorry te hebben gezegd en twee aanrijdingen, besef ik dat ik beter hier kan oefenen dan buiten op de weg, als ik ooit nog eens de weg op zou willen met motor of auto. Na het vijfde pad en zes botsingen verder, waaronder één restantenbak met aanbiedingen die echt niet van rechts kwam, komen we levend en wel aan bij de kassa. We rekenen af en gaan terug naar de auto. Dacht ik dat linksgebeuren bijna onder de knie te hebben, stap ik met kar en al bijna de verkeerde roltrap op. ‘Daar kom je niet ver mee hoor!’ roept Oom nog net op tijd zodat ik de kar nog een flinke zwieper kan geven en op de juiste roltrap naar beneden terecht te komen. Het zweet staat op mijn voorhoofd. Je kan ook geen seconde je aandacht hier verliezen in The Outback! Levensgevaarlijk!
Dodelijk vermoeid maar nog stuiterend van de adrenaline van deze safaritocht komen we heelhuids thuis. Mijn telefoon rinkelt. Het is dochter die vraagt of ik nog wat spannends heb gedaan. We spreken af om te skypen als zij een tussenuur heeft. Ik kan dan eerst even bijkomen van mijn avontuur met een kop thee. Terwijl hier de avond valt, zit zij onder een strak blauwe lucht en vertelt over winterjassen en school terwijl ze geheel in stijl om de paar minuten haar selfie-gezicht trekt. Met een gerust hart verbreken we een half uur later de verbinding. Ze redt het prima zonder mij. En ik? Ik stap nog even naar buiten en doe wat ik altijd doe. Ik kijk naar boven om hier de zwarte hemel te zien met ontelbare sterren. Er knipogen wat sterren terug en er vallen wat sterren naar beneden. Ik blijf met open mond van verbazing naar boven kijken.
‘Wat sta je daar nou te doen?’ vraagt Oom die ook naar buiten is gekomen. ‘Kijk dan!’ zeg ik tegen hem en wijs naar boven. ‘Kijk dan wat mooi!’ Hoofdschuddend loopt ie weer naar binnen. Ik weet niet voor wie de uitdaging groter is; voor mij drie weken Down Under zonder kinderen of voor hem drie weken met zijn gekke nicht opgescheept zitten waarbij alles een avontuur is. Maar dan ook écht alles.
[:en]Soon to be translated[:]