Selecteer een pagina

[:nl]Het is weekend en in het weekend slaap je uit. Dag vijf in Australië begint laat maar eenmaal opgestart komt weer de vraag: ‘Wat gaan we vandaag doen?’ Na veel bomen gaan we nu naar het strand. Dolfijnen zullen we niet zien zegt Oom al bij voorbaat in de hoop het lot te tarten en ze dan juist wel te zien. Na een, voor Nederlandse begrippen, behoorlijk stuk rijden draaien we de parkeerplaats op en lijkt het opnieuw alsof ik één van de vele Google plaatjes ben ingestapt. Een leeg strand wat grenst aan een felblauwe zee. Links en rechts staan villa’s waar ik best de eigenaar van zou willen zijn. Oom niet. ‘Wacht maar tot het windkracht 14 is, dan wil je hier echt niet zitten.’ zegt hij.

De zee is blauwer, de golven zijn hoger en de schelpen zijn mooier. Hier mag je me ook best achterlaten hoor, helaas no such luck en we rijden door naar Schoonzus van Oom die wel aan het water woont. Ze vertelt dat daar ook weleens de dolfijnen langs zwemmen. Ergens blijft de rode draad in mijn leven doorgaan, altijd op de verkeerde tijd op de verkeerde plek zijn.
Met z’n drieën rijden we door naar Warrungup Spring Reserve, een plek waar Aboriginal vrouwen kwamen om hun kind te baren. Een grote ronde cirkel van stenen in een veld doet er toch wat minder comfortabel uit zien om te baren maar indrukwekkend is het wel. Na Warrungup Spring rijden we door naar Lake Clifton. In Lake Clifton groeien vlak onder het wateroppervlak thrombolieten, oude bacteriën die via fotosynthese de eerste zuurstof op aarde produceerden. De Aboriginals gaven er een wat meer magische benaming voor; namelijk groeiende stenen. Hier begon dus eigenlijk het leven op aarde. In feite sta ik nu dus aan het eind van de wereld, of aan het begin. Dus dat kan ik nu ook afstrepen op mijn bucketlist als iemand vraagt waar ik heen ga. ‘Naar het eind van de wereld en weer terug.’

Na deze ontdekking rijden we terug naar het eiland van Schoonzus. Terwijl ik met een gangetje van 80 km/h alles voorbij zie suizen en geniet van het uitzicht, vlieg ik ineens met mijn snoet de voorstoel in. Schoonzus trapt boven op de rem en stopt de auto. In het water dobbert nietsvermoedend een pelikaan die ik al eerder had zien dobberen toen we over de snelweg reden maar toen konden we niet stoppen. Het was dan wel geen dolfijn maar ik moest wél een foto maken van Oom.

Terug op het eiland dronken we nog één kop thee met Hollandse ontbijtkoek. Oom vraagt of ze weet waar je hagelslag kunt kopen. Schoonzus knikt, duikt de kast in en zet ineens een pak pure hagelslag van de Ruijter voor zijn neus neer. Niet te krijgen in Byford en omstreken maar wel hier. Hij propt het pak hagelslag in mijn tas en we gaan er snel vandoor.

Stilzwijgende staar ik naar buiten als we terug rijden. De zon kleurt de lucht rood als we terugrijden naar Byford. ‘Er zit regen in de lucht.’ zegt Oom, ‘Daarom kleurt de lucht zo rood.’ Al was het een voorbode voor Marsmannetjes, de kleuren zijn schitterend en niet te vangen op een foto dus ik kijk en hoop dat ik deze herinnering voor altijd kan terug halen want anders kom ik volgend jaar gewoon weer hier terug.

[:en]It’s weekend and I can sleep late. Day five in Australia begins late but when I was finally ready to go there was that question again: ‘What are we going to do today?’ We’ve seen so many trees, today it’s time for the beach. We probably won’t see any dolphins Uncles says hoping to challenge fate and actually see some dolphins.

After an one hour drive we park the car. The moment I step out of the car I find myself in the many photo’s I saw on the internet. A blue see, a warm wind and an empty beach. Along the coastline beautyfull villa’s. How I sure want to leave here! Uncle says it sounds nice leaving here on the beach but wait till the storm comes and you never want to live here again.

The sea is more blue, the waves are much higher and the shells are more special. I can’t believe I am walking here and I want to remember everything about it. After our walk on the beach we drive along to Sister-in-law for a cup of tea. She tells me that she definately see the dolphines often swim by her house. A confirmation for me again that I am always on the wrong place at the wrong time.

The three of us drive to Warrungup Spring reserve, a place where the Aboriginal women gave birth to their children. A large circle of stones on a small hill is the only thing what is left of this birthplace.
After that we drive to Lake Clifton where we see the impressive thrombolites, the first organism who gave oxygen by photosynthesis. So live on earth started here. I finally got to the end of the earth which is also the beginning of the earth. After seeing this miracle we go back to Sister-in-Law’s house. While driving 80 km/h and seeing everything rushing by, I suddenly find myself pushed into the frontseat. Sister-in-Law hits the breaks. They both saw a Pelican and I certainly needed to make a photo of it and so I did.

After a last cup of tea Uncle asked if she knew where to buy Dutch Hagelslag. Ofcourse she knows and dives into the kitchen to pull out real Dutch Hagelslag especially for me.
Driving back I can only stare outside. The sun colors the sky red and makes beautifull colors. ‘There’s rain coming.’ Uncle says. ‘Thats why the sky is so red.’ I just nodd and keep watching the sky untill the sun is down. Even if you would be able to make a photo of this, it can not be as good as seeing this with your own eyes and if I forget how it looks like, I just have a great excuse to come back.

[:]