[:nl]Na twee dagen non-stop regen, viel de eerste zonnige dag bijna figuurlijk in het water door wat verontrustende berichten uit Nederland. Na dat op afstand soort van te hebben opgelost, besloten we dat twee dagen binnen zitten lang genoeg is geweest dus nadat we om tien uur de B12 injectie hadden gehaald en Xavier en ik nog een uurtje geslapen hadden, reden we vol goede moed naar het Maritime Museum in Fremantle. Mocht het nog gaan regenen, zouden we in ieder geval droog zitten.
Na een korte proefrit van twee straten, met een kolonne aan sirenes voor en achter me omdat ik zou gaan uit proberen om links te rijden, zou Oom vandaag op de heenweg rijden en ik op de terugweg. Xavier vond het helemaal niks. Of dat echt moest. Nouja moeten, moeten, niks moet maar ik heb m’n rijbewijs niet voor niets meegenomen. De eerste poging twee dagen eerder gaf al aan dat het toch wat dubieus was of ik dit wel kon omdat ik automatisch mijn gordel over mijn linkerschouder wilde pakken. Helaas, ik greep in het luchtledige, in dit land zit de gordel rechts. Xavier vond het maar niets en zou liever uitgestapt zijn om die laatste drie straten terug te lopen. Behalve de gordels is er dan nog zoiets als spiegels die ook anders zitten. Ook daar kon ik nog wel aan wennen maar wat gewoon niet lukte was het schakelen in deze auto. Niet omdat de pook ook links van je zit maar omdat ie gewoon zo stroef schakelt kwam ik niet verder dan twee. Dat wordt dus nog een beetje oefenen op de parkeerplaats.
Eenmaal in Fremantle waren we exact op tijd om nog mee te gaan met de 2 oclock tour die ons de binnenkant van een onderzeeer zou laten zien. Ik zag een lichte grijns op het gezicht van Xavier toen hij als een echte kapitein bovenop de onderzeeer stond. Helaas verloren we al een man bij de eerste afdaling de onzerzeeer in. Voor Oom was het geen doen om de stijle trap naar beneden te nemen en daarna door alle kleine gaatjes te kruipen. Eenmaal binnen moest ik oppassen geen claustrofobische paniek aanval te krijgen. Wat was het klein daarbinnen.
Onze tourguide Ian vertelde dat de bemanning nooit wist wanneer ze werden opgeroepen, waar ze heen gingen, wat ze er gingen doen, waar ze zijn geweest en wanneer ze weer terug zouden zijn. Clueless zouden we het in het Engels zeggen. Klinkt een beetje als mijn eigen leven dacht ik. Meeste tijd zit ik ook onder water om af en toe een hap lucht boven water te nemen en heb geen idee op welk punt in m’n leven ik ben.
Na de toer kwamen we Oom weer tegen in het restaurantje. Na een snelle kop thee zijn we op z’n Xavieriaans door het museum gehold waarbij hij alles uitlegde aan mij zodat ik de bordjes niet hoefde te lezen en ik foto’s maakte van hem zodat hij weer zwaar geirriteerd naar mij keek. ‘Later ga je het waarderen dat ik je op de foto heb gezet.’ zeg ik nog hoopvol als we naar de uitgang wandelen.
Terug bij de auto lijkt het Oom toch beter dat hij eerst Fremantle uitrijdt omdat het vreselijk druk is. Zo druk dat het onderweg onmogelijk is om te wisselen van plek. Zoonlief is duidelijk opgelucht als hij de bekende borden van Byford weer ziet. Bij thuiskomst begint het alweer snel donker te worden. Gelukkig hebben we de foto’s nog van de blauwe luchten! De voorspelling zien er somber uit maar we hopen dat de weergoden ons goed gegund zijn voor de komende dagen.